Onderhoud vaarwegen

Bij provincie, gemeenten en ook bij ons komen in de zomerperiode soms vragen binnen over het onderhoud van sloten en vaarten. Veel begroeiing in een sloot belemmert soms de mogelijkheden om er te kanoën of met een klein bootje te varen. Hoe zit het nu met het onderhoud van al die sloten en vaarten?

HLZF6009.JPG

Stel je wilt graag varen in een sloot of vaart en deze is teveel begroeid of te ondiep om dit te kunnen doen. Wat dan?

Kijk eerst op de vaarwegenkaart op de website van Provincie Fryslân of het om een officiële vaarweg gaat en in welke categorie deze valt.

Ja, het is een vaarweg uit de categorie A t/m F:

  • Kijk op de kaart wie de vaarwegbeheerder is: provincie, waterschap of gemeente Harlingen.
  • Zoek contact met de vaarwegbeheerder en vraag hoe en wanneer de sloot of vaart onderhouden wordt.
  • Normaal gesproken zal de vaarwegbeheerder er alles aan doen om de vaarweg toegankelijk te houden voor vaartuigen. In perioden met veel begroeiing kan het wel eens voorkomen dat een sloot of vaart niet direct aangepakt kan worden. Ook de onderhoudsbedrijven hebben een planning en kunnen niet alles tegelijk.
  • Ben je structureel ontevreden over het onderhoud dan kun je een gesprek aanvragen of een formele klacht indienen bij de vaarwegbeheerder.

Nee, het is geen vaarweg uit de categorie A t/m F:

  • In dat geval is er voor de uitvoering van de waterschapstaken geen reden voor extra onderhoud voor de doorvaart. Wetterskip Fryslân richt zich bij het onderhoud van deze vaarten alleen op de waterkwaliteit en op de aan- en afvoer van water.
  • De sloot of vaart wordt volgens de normale onderhoudsplanning door de beheerder gemaaid of gebaggerd.

Welke voorwaarden gelden voor het bevaarbaar maken van niet-officiële vaarwegen?

Om water bevaarbaar te maken, mogen gemeente, watersportondernemers of particulieren onder voorwaarden van het waterschap en op eigen kosten in de periode 15 juni tot 15 augustus zomeronderhoud uitvoeren of laten uitvoeren in hoofdwatergangen. Het onderhoud moet aan bepaalde eisen voldoen en je moet hiervoor vooraf bij ons een melding doen of een vergunning aanvragen. Om de melding of vergunningaanvraag te kunnen beoordelen, hebben wij informatie nodig over de toestand van de watergang qua waterplanten tijdens het groeiseizoen. Deze informatie moet door de initiatiefnemer worden aangeleverd. Met vragen hierover kun je contact met ons opnemen. 

In de praktijk gaan veel aanvragen voor zomeronderhoud door derden over hoofdwatergangen waarvoor hoge ecologische doelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water gelden. We kunnen daarom niet alle aanvragen honoreren. Onze voorwaarden zijn gericht op de ecologische waterkwaliteit. We willen negatieve effecten op de ecologische toestand van het water voorkomen. Zo moet het maaien van waterplanten boven de waterbodem worden uitgevoerd en moet de beplanting in de walkanten blijven staan. Er mag, gerekend vanuit het midden van de sloot of vaart, maximaal 50 procent van de begroeiing worden verwijderd. Bij een vaart van 8 meter breed blijft er dan aan beide kanten 2 meter aan waterplanten staan, gerekend vanaf de waterlijn. Deze begroeiing is voor de dieren die in water leven een belangrijke schuil- en fourageerplaats.

Verder mogen er geen waterplanten uit de sloot of vaart worden verwijderd na stortbuien en als de watertemperatuur te hoog is, omdat er dan door zuurstoftekort vissterfte kan optreden.

Meer informatie over de regels voor zomeronderhoud en baggeren in hoofdwatergangen door derden vind je in paragraaf 4.2 Beplanting en opgaande houtbeplanting van de waterschapsverordening.

Provincie Fryslân stelt categorie Fryske vaarwegen vast

Fryslân telt een groot aantal watergangen zoals kanalen, vaarten en sloten. Een deel hiervan is aangewezen als vaarweg. Die vaarwegen zijn er in verschillende klassen. Sommige vaarwegen zijn geschikt voor grote schepen, anderen alleen voor sloepen of kleine bootjes. Provincie Fryslân stelt de Friese vaarwegen en hun categorie (A t/m F) vast. Met uitzondering van de grote kanalen die verschillende provincies met elkaar verbinden zoals het Prinses Margrietkanaal. Dit is een verantwoordelijkheid van het Rijk (Rijkswaterstaat).

Overige watergangen (niet vaarwegen)

De overige watergangen, de niet-vaarwegen, hebben alleen een functie in het waterbeheer. Bij droogte voeren ze water aan naar (landbouw)polders en natuurgebieden. In natte perioden wordt de overtollige neerslag via de sloten afgevoerd. Ze zorgen voor een goed watermilieu voor mens, plant en dier. Waterplanten zijn onmisbaar voor een goede waterkwaliteit. Voor een goede ecologische toestand moeten waterplanten, vissen, insecten en kleine waterdiertjes voldoende aanwezig zijn.

Hoe is het onderhoud aan de vaarwegen geregeld?

Bij vaarten en sloten die zijn aangewezen als vaarweg categorie A t/m F, is het onderhoud (baggeren en verwijderen van overtollige plantengroei) gericht op het toegankelijk houden van de vaarweg. Als het nodig is, gebeurt dit meerdere malen per jaar. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud ligt bij de vaarwegbeheerder.

  • Voor vaarwegen in de categorie A t/m D is de provincie verantwoordelijk.
  • Voor vaarwegen in de categorie E t/m F zijn wij als waterschap verantwoordelijk.
  • Daarnaast beheert de gemeente Harlingen enkele vaarten als een vaarweg.
  • Het PM-kanaal is in beheer bij Rijkswaterstaat.

Bij overige watergangen (geen vaarwegen) is het onderhoud gericht op een goede ecologische toestand en voldoende ruimte voor aan- en afvoer van water. Je mag in deze sloten best kanoën of met een bootje varen, wanneer dat kan. Maar het onderhoud is niet gericht op jaarrond toegankelijk houden voor de recreatievaart. Zolang de aan- en afvoer van water goed is, is er geen reden voor extra baggeren of maaien. Meestal worden eenmaal per jaar, in het najaar, overtollige waterplanten verwijderd. Vaker verwijderen gebeurt alleen als de goede aan- en afvoer van water teveel belemmerd is.

Hoe vaak baggeren we in overige watergangen?

Baggeren in overige watergangen (geen vaarwegen) gebeurt meestal eens in de 9 jaar. De eerste paar jaar na het baggeren is de sloot leeg en kun je er ook prima varen. Daarna neemt de begroeiing en aanslibbing in de vaart of sloot langzaamaan weer toe. Voor de aan- en afvoer van water is dat geen probleem. De mogelijkheden om te varen worden minder. Na 9 jaar meten we of we opnieuw moeten baggeren voor een goede aan- en afvoer van water.