Begrippenlijst

Uitleg over waterschapstermen.

Let op! 

Je kunt geen rechten ontlenen aan de beschrijvingen van de begrippen op deze pagina. De officiële beschrijvingen van de begrippen vind je in de Beleidsregels Integrale Legger (pdf, 1.4 Mb).  

B

Berging Het totaal aan water in de grond, vaarten, sloten, meren en kanalen.
Binnentalud De schuine zijde van de dijk welke grenst aan de bebouwing of landbouw (landzijde). 
Boezemwateren Alle vaarten, sloten, meren en kanalen die met elkaar in verbinding staan. De boezemwateren hebben gemiddeld het waterpeil  -0,52 NAP.
Buitengewoon onderhoud

Onderhoud aan het watersysteem waarvoor vaak groot materieel nodig is, zoals graafmachines en hoge kosten zijn. Bijvoorbeeld onderhoud aan gemalen, dijken, duikers, en vaarten. Zoals het ophogen van een dijk, een nieuwe pomp in een gemaal of het herstellen van een kapotte duiker. 

Buitentalud De schuine zijde van de dijk welke grenst aan het water (waterzijde).

D

Debiet Het aantal liter water wat per tijdseenheid door bijvoorbeeld een vaart, gemaal, sloot of over een stuw stroomt.
Drooglegging Het hoogteverschil tussen de waterspiegel in een sloot, meer of kanaal en het grondoppervlak.
Dijkmeubilair

Voorbeelden zijn trappen, afrasteringen, banken en kunstobjecten op een dijk. 

G

Gewoon onderhoud

Gewoon onderhoud of regulier onderhoud is het verwijderen van begroeiingen en afval, of het herstellen van kleine beschadigingen aan oevers en kaden.

I

Ingelanden

Zodra je eigenaar bent van een stuk grond binnen het beheergebied van een waterschap, word je door het waterschap 'ingeland' genoemd.

Ingrijpdiepte

Er wordt ingegrepen als een meer, sloot of kanaal ondieper is dan de minimale diepte voor de vaarweg.

Insteek

De plek waar het maaiveld ophoudt en de kade begint. Of de plek waar de kade het water raakt. 

K

Keur De keur is een verordening met de regels die een waterschap hanteert bij de bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken.
Kruin(lijn) Hoogste punt van een waterkering.

L

Legger

De legger is een besluit van een waterbeheerder (Rijkswaterstaat of een waterschap) waarin voor waterstaatswerken aangegeven wordt wie onderhoudsplichtig is en wat de onderhoudsplicht omvat (de toewijzing van de onderhoudsplicht voor waterstaatswerken).

Verder wordt in de legger vastgelegd, de ligging, vorm, constructie en afmeting van het waterstaatswerk. Een overzichtskaart (leggerkaart) waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven en een leggerregister, maken deel uit van de legger.

Lijst C Lijst van vaarwegen in beheer bij Wetterskip Fryslân.

M

Maatgevende afvoer

Het maximale aantal liter water wat probleemloos afgevoerd kan worden door bijvoorbeeld een vaart, gemaal, sloot of over een stuw. Het watersysteem wordt daarop gebouwd en beheerd.

N

Natuurvriendelijke oever Oevers waarbij naast de waterkerende functie vooral rekening gehouden wordt met natuur en landschap.

O

Onderhoudsdam

Een dam die ervoor zorgt dat onderhoudsmachines over het water van het ene perceel naar het andere perceel kunnen rijden.

Ondersteunende kunstwerken

Voorbeelden van ondersteunende kunstwerken zijn, dammen, duikers, sluizen, gemalen en stuwen. Ze ondersteunen allemaal met het beheren van het watersysteem.

Oppervlaktewaterlichaam Het oppervlaktewaterlichaam is gedefinieerd als de breedte van het gehele waterstaatswerk, van insteek tot insteek. De breedte is locatie afhankelijk. Ook boezemlanden en zomerpolders worden tot het oppervlaktewaterlichaam gerekend. Deze hebben een functie bij de berging van overtollig water tijdens natte winterperioden.

P

Peilbeheer Peilbeheer is het vaststellen en handhaven van waterstanden in oppervlaktewaterlichamen. Het waterschap is verantwoordelijk voor het peilbeheer van het oppervlaktewater. Door middel van peilbeheer regelt het waterschap dagelijks dat er voldoende water van de gewenste kwaliteit op het juiste moment beschikbaar is.
Peilgebied Een peilgebied is een waterstaatkundige eenheid waar eenzelfde waterpeil heerst. Dit peil kan worden geregeld door een gemaal of een stuw. Het peil in een peilgebied wordt in Nederland bepaald door het waterschap waaronder het peilgebied valt. De peilen worden vastgelegd in een peilbesluit.
Peilregulerende kunstwerken Peilregulerende kunstwerken vervullen een functie in de door het waterschap te handhaven peilen. Tot peilregulerende kunstwerken worden gerekend: gemalen, onderbemalingen, opmalingen, stuwen, peilscheidingsdammen, sluizen, duikers met kleppen, schuiven , stuwende duikers en inlaten e.d.

T

Talud De hellende oppervlakken van de zijdelingse begrenzingen van wateren.
Teen(lijn) Laagste punt van het dijktalud.

V

Vaarwegdiepte Minimale diepte van een vaarweg, op basis van de diepgang van het maximaal toegestane schip.
Verhang Het verschil in waterhoogte tussen twee punten van een waterloop op een bepaald tijdstip gedeeld door de afstand tussen deze twee punten.

W

Walbeschoeiingen 1 Een beschoeiing is een constructie die een oever of waterkant beschermt tegen afkalven, golfkrachten en andere invloeden die de stabiliteit van de waterkant in gevaar brengen.
Wateren Het waterschap onderscheidt: hoofdwateren, schouwwateren en overige wateren. Deze onderscheiding is gebaseerd op de toewijzing van de onderhoudsplicht voor deze wateren.
Waterkering Een waterkering is een waterstaatswerk dat als functie het tegenhouden van (oppervlakte)water heeft. Het kan de grens vormen tussen twee peilgebieden, of achterliggend land beschermen tegen oppervlaktewateren zoals zeeën, meren en rivieren.
Waterstaatswerk Oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen, ondersteunende kunstwerk of bergingsgebied.
Watersysteem Een gebied dat voor het waterbeheer afhankelijk is van dezelfde inlaten (wateraanvoer), stuwen (peilbeheer) en/of gemalen (waterafvoer).

Z

Zomerpolder Polder die zomers een lagere waterstand heeft dan de Friese boezem en ’s winters in open verbinding staat met de Friese boezem.