Mix van maatregelen biedt kansen voor Friese veenweidegebied

  • geplaatst op 04 december 2019 om 10:03

Een mix van maatregelen biedt het beste perspectief om bodemdaling en CO2-uitstoot tegen te gaan en tegelijkertijd de landbouw een duurzaam toekomstperspectief te bieden. Dit blijkt uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) ‘Remming bodemdaling Friese veenweidegebied’, die Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân lieten opstellen.

In de MKBA is onderzocht welke investering in het veenweidegebied de meeste baten oplevert. Bij kosten gaat het om investeringen in de waterhuishouding, zoals gemalen, stuwen en drainage. Bij baten is onder meer gekeken naar de verdienmodellen voor de landbouw. Ook mogelijke maatschappelijke baten door vermindering van bodemdaling, zoals de afname van zakkingsschades aan wegen, riolering en funderingen en vermindering van CO2-uitstoot, kwamen aan de orde. Maatwerk in het waterbeheer biedt de meeste kansen om als boer met een verminderde drooglegging hetzelfde verdienmodel te kunnen voortzetten.

Mix van maatregelen effectiever

Verdergaand vernatten met een ander grondgebruik, zoals natuurinclusieve landbouw, remt de bodemdaling en CO2- uitstoot het meest. Een mix van beide is effectiever dan generieke maatregelen voor het hele veenweidegebied, zo is de conclusie. ‘Deze MKBA laat zien dat investeren in het veenweidegebied loont’, zegt ons dagelijks bestuurslid Jan van Weperen. ‘De maatschappelijke baten zijn fors en met een slimme aanpak blijven er voor boeren goede verdienmodellen over. Maar we moeten het wel samen doen: overheden, boeren, inwoners en ook consumenten.’

Focusgebieden

Staten van de Provincie Fryslân en ons dagelijks bestuur willen de aanpak in de veenweidegebieden Hegewarren en Aldeboarn-De Deelen intensiveren. Hier liggen de grootste kansen om CO2-uitstoot te verminderen en problemen aan te pakken die ontstaan door bodemdaling. Ook zijn er kansen voor het realiseren van doelen zoals klimaatadaptatie (aanpassing aan klimaatverandering), het versterken van het weidevogelgebied en de biodiversiteit.

Andere kansrijke gebieden

In andere kansrijke veenweidegebieden wil het bestuur voorlopig doorgaan met de ingezette experimenten. Dit gebeurt in de Groote Veenpolder, Idsegea, Brekkenpolder en Grouster Leechlân. Het gaat om proeven met grondwatergestuurd peilbeheer, verbeteren van de bodemvruchtbaarheid of het experimenteren met andere vormen van landbouw. Deze proeven moeten meer inzicht geven in de effectiviteit van bepaalde maatregelen. Het eerdere kansrijke gebied Sneekermeer Oost wordt een pilot binnen de aanpak ‘Natuer mei de Mienskip’.

Voor Sneekermeer West geldt dat dit niet meer wordt gezien als kansrijk gebied. Dit heeft onder andere te maken met de bodemsamenstelling van klei op veen. Het gebied blijft wel onder de aandacht bij de toekomstige veenweideaanpak.

'Complex, maar kansrijk'

Gedeputeerde Douwe Hoogland: ‘Úteinlik wolle wy ta nei maatregels foar it hiele feangreidegebiet. Dat is kompleks, mar seker kânsryk. Wy hawwe mear kennis nedich fan bygelyks de effekten fan ûnderwetterdrainaazje en alternative fertsjinmodellen, om in fundearre kar meitsje te kinnen.’

Veenweideprogramma 2020-2030

Provinciale Staten en het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân bespreken de maatschappelijke kosten-batenanalyse ‘Remming bodemdaling Friese veenweidegebied’ op 8 januari 2020 in een gezamenlijke beeldvormende vergadering. Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân stellen najaar 2020 een Veenweideprogramma voor de periode 2020-2030 vast. In deze huidige bestuursperiode volgt een verdere invulling en aanscherping van de ‘integrale aanpak’. Zo wordt de mix genoemd van twee (van in totaal vijf) in de MKBA geanalyseerde alternatieven: enerzijds maatwerk op de landbouwgronden (landbouwvoorstel) en anderzijds verdergaand vernatten (initiatiefvoorstel Provinciale Staten).

CO2-uitstoot terugdringen

Met het Veenweideprogramma willen Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân de bodemdaling in het veengebied afremmen en de CO2-uitstoot terugdringen. Uitgangspunt daarbij is dat er een duurzaam toekomstperspectief voor de landbouw blijft bestaan. De afgelopen twee jaar zijn in verschillende veenweidegebieden gebiedsprocessen op gang gekomen. Daarbij hebben belanghebbenden zelf nagedacht waar in het gebied kansen liggen en welke maatregelen mogelijk zijn. Ook worden er verschillende proeven gedaan om de effectiviteit van maatregelen te onderzoeken. Voor het vervolg worden de gebiedsplannen opnieuw samen met de kansrijke gebieden opgesteld.